



According to a Chinese myth, a monster appeared in Old China every year on New Year's Eve. That monster terrorized a village for two years, ate people and insinuated houses unnoticed. It was called Nian (Nyehn, and that sounds like the Chinese word for years). The third year an old man saved the people from the clutches of the monster. That man turned out to be Xi, a god. Xi indicated that people had to put red paper on their windows and doors every New Year's Eve to keep Nian out. Because the monster detested this color. Nian would also be driven away by the fear of noise. As a result, the first New Year rituals came into existence, such as a lot and popping (in red) fireworks. And also the frequent use of the color red in and around the house. Volgens een Chinese mythe verscheen een monster in het oude China elk jaar op Oudejaarsdag. Dat monster terroriseerde twee jaar lang een dorp, at mensen op en drong ongemerkt huizen binnen. Het heette Nian (Nyehn, en dat klinkt als het Chinese woord voor jaar). Het derde jaar redde een oude man de mensen uit de klauwen van het monster. Die man bleek Xi, een god te zijn. Xi gaf aan dat de mensen om Nian weg te houden elke oudejaarsdag rood papier op hun ramen en deuren moesten doen. Want het monster verafschuwde deze kleur. Ook door de angst voor lawaai zou Nian zich laten verjagen. Hierdoor zijn de eerste Nieuwjaarsrituelen ontstaan, zoals veel en knallend (in rood verpakt) vuurwerk. En ook het veelvuldige gebruik van de kleur rood in en rond het huis.